Korte geschiedenis over Mexico.

De oorspronkelijke bewoners van Mexico zijn de kleinkinderen van de mensen die ± 20 000 jaar geleden uit Azië naar het toen nog onbewoonbare Amerika gingen. Ze kwamen door de Beringstraat. (Dat is de smalle doorgang tussen Siberië en Alaska) Heel langzaam gingen enkele stammen naar het zuiden, tot ze bij Mexico aankwamen. Daar bleven ze wonen omdat ze daar veel dingen konden verbouwen. In de tijd van Columbus (rond 1460) waren de Azteken het machtigste volk van Mexico. De Maya's, ook zo'n stam, hadden het beeldschrift uit gevonden en ze hadden een nog betere kalender dan wij nu hebben. Ook waren ze al                

Heel ver in de sterrenkunde! De Azteken namen veel van die culturen over. De fantastische bouwwerken in de oerwouden hebben ze nooit gevonden. Nu nog vinden de mensen de bouwwerken, tempels en piramides heel erg bijzonder. In 1591 kwam de Spaanse veroveraar Hernán Cortés met zijn mannen aan in de hoofdstad van het azteken-rijk. Hij was uit op het goud en zilver dat in Mexico te vinden was en hij wilde dat iedereen katholiek werd. In 1521 werd de hoofdstad veroverd en vernietigd. De Spanjaarden bouwden een nieuwe hoofdstad en noemde die Mexico-stad. Mexico werd een kolonie van Spanje.                          

De Indianen hadden het erg zwaar. Ze werden gedwongen om als slaven te werken of ze moesten de mijnen in.

In het begin van de 19 de eeuw (1800-1900) werden steeds meer inwoners van Mexico ontevreden. Ze wilden niet langer dat de Spanjaarden de baas waren in hun land. In 1810 kwamen duizenden mensen in opstand. In 1821 werd Mexico onafhankelijk. De volgende 40 jaren waren erg zwaar, het land had hoge schulden, er waren burgeroorlogen en niet minder dan 56 regeringswisselingen. De machtigste was dictator Generaal López de Santa Anna. In 1855 werd hij afgezet. Toen kwam Benito Juárez en was president van 1857 tot 1864 en van 1867 tot 1872. In 1876 kwam dictator Porfirio Díaz aan de macht. Hij behield deze 34 jaar. Hij verbeterde de economie van het land maar de armen verloren hun basisrechten.

Al het land en de rijkdommen werden beheerd door ongeveer 20% van de bevolking. De grote armoede en de roep om het land te hervormen leidden tot een heftige revolutie. De hervormingen begonnen toen Lázaro Cárdenas in 1934 president werd. Een van de eerste dingen die hij deed was het verdelen van de grote landgoederen en de herverdeling van het land.